Categorie: FESTIVAL, JAZZ, MUZIEK, POP-ROCK, WERELDMUZIEK

Woensdag 18 Juli 2012 at 9:49 pm

Terugblik: NORTH SEA JAZZ 2012

Tekst Dien L. de Boer

In de drie dagen die het North Sea Jazzfestival in Rotterdam duurde, kon iedereen een ander festival beleven. Afhankelijk van de keuzes die je maakt. Gijsbert Kamer schrijft in de Volkskrant over niet goed gevulde zalen, terwijl ik dit jaar volle zalen zag, ook bij optredens waarbij ik die niet had verwacht. Prachtig is dat, dat het aanbod van North Sea Jazz zó divers is, dat de éen drie dagen lang jazz in alle soorten & maten kan beleven in de kleine zalen, en de ander zijn avonden met gemak kan vullen met soul, singer-songwriters, rap-, pop- of wereldmuziek in de kleine én grote zalen.

Van Morrison trok bijvoorbeeld veel publiek; de Nile-zaal, éen van de twee grootste Ahoy-zalen, was helemaal vol. En ja, daar had Morrison, wiens stem nog altijd indrukwekkend is, duidelijk zijn optreden op afgestemd. Oude nummers kwamen voorbij - zoals ‘Brown eyed girl' en ‘Real gone'- ; het zingen wisselde hij af met mondharmica- en saxofoonspel, maar uit het geheel kon je opmaken dat hij zich op de grootste gemene deler had afgestemd: het was een wat belegen keuze van nummers. Ook veel publiek trokken op diezelfde vrijdagavond Michael Kiwanuka, Caro Emerald, Jill Scot en Lenny Kravitz. En het was niet Kravitz die in mijn ogen éen van de hoogtepunten van het festival vormde, maar Jill Scott. Wat een présence! Een nauwsluitend fel gekleurd pakje om haar wulpse vormen en een podium-aanwezigheid vol soul en humor. Tussen de nummers door speelde ze een persiflage op TellSell-reclames, droeg éen van haar gedichten voor - en het duizendkoppige publiek luisterde muisstil naar de poëzie - en bracht een achtergrondkoortje mee dat niet bestond uit aantrekkelijk dames, maar aantrekkelijke heren. Muzikaal goed en op een paar momenten na, een geweldig optreden.

Michael Kiwanuka is eén van de ontdekkingen van het afgelopen jaar. Jong; dromerige ogen; een gitaar en een band, én een fantastische stem. Voor hem zat de Maas-zaal vol en hij wist met enkele hits van zijn debuutalbum ‘Home again' het publiek enthousiast aan het meeklappen te krijgen. Caro Emerald wist het publiek natuurlijk ook voor zich te winnen met haar feelgood-music. Het succes dat ze heeft, is volkomen verdiend; zij en haar band zijn gewoon goed. En dan tot slot Lenny Kravitz, in een zogenaamd ‘nachtconcert', een concept dat sinds de nachtelijke optredens van Prince vorig jaar is voortgezet, en dat keihard begon als een hardrock-optreden. Voor mijn oren te hard om lang vol te houden. Toen ook de vermoeidheid een rol ging spelen, heb ik halverwege de zaal verlaten. Achteraf hoorde ik dat het concert gaandeweg zachter was geworden en rustiger. Bovendien had Kravitz nog samengespeeld met de blaas-sensatie ‘Trombone Sorty' (Troy Andrews) die me eerder op de avond had verrast met ruig trombone-spel in een ongekende funky stijl, met veel kracht en overtuiging. Mooi moet dat geweest zijn, want Trombone Shorty was het soort verrassing waar je alleen op kunt stuiten op North Sea Jazz. Je bent op weg naar een hapje eten - hongerig, omdat je je voor eten nog geen tijd hebt gegund -, je stapt even ergens binnen om te zien wat dáar is en je staat aan de grond genageld door de indrukwekkende blaaspartijen van Orleans Avenue en het energieke optreden van Trombone Shorty zelf.

Niet dat iedere festivaldag persé grote publiekstrekker moet hebben, maar dit jaar was de zaterdag van North Sea Jazz er karig mee bedeeld, in vergelijking met de vrijdag en de zondag. Met Esperanza Spalding in de omvangrijke Maas-zaal leek de organisatie te hebben gemikt op een groot publiek voor haar. De laatste jaren heeft Spalding zich inderdaad ‘in the picture' gespeeld, meerdere prijzen gewonnen en een jazz-CD uitgebracht die veelzijdig was, maar het publiek bleef toch niet lang bij haar hangen. Daarvoor is het werk van Esperanza Spalding niet meesleped genoeg, ook al bespeelde ze de contrabas heel ontspannen en zong ze goed in haar complexe composities. Ik bleef gefascineerd naar het optreden kijken, naar haar fragiele gestalte in combinatie met die grote contrabas en hoe eigenzinnig ze musiceerde, maar velen verlieten voortijdig de zaal. Krap een uur later stond Rufus Wainwright in diezelfde zaal. Hij gaf een concert dat een ode aan de zang genoemd kon worden, met liedjes van zijn nieuwe CD ‘Out of the game' en ondere meer werk van zijn pas overleden moeder, zangeres Kate McGarrigle en zijn vader, Loudon Wrainwright. Keuzes moet je altijd maken, zeker op een groot festival als North Sea Jazz, en je loopt altijd het risico verkeerd te kiezen. Eigenlijk lopen alle bezoekers rond met een beetje ‘keuze-stress'. Ik koos voor tenorsaxofonist David Murray met zijn bigband en Macy Gray als afsluiting van de avond. Had ik een andere keuze gemaakt, bijvoorbeeld voor soulzangeres Betty Wright, dan had ik misschien swingend het Ahoy-terrein verlaten, maar nu ging ik weg met een lichte kater. Na enkele nummers verdween Macy Gray al van het podium, mij achterlatend met het fenominale spel van de leider en zijn bigband in mijn oren, maar ergenis over Gray's ondermaatse prestatie. Een aanfluiting. Ik zag een totaal andere zangeres dan in haar leuke soloconcerten met sterke nummers.

Er gebeurde veel op zondag. Direct al, met The Kyteman Orchestra aan het einde van de middag. Pauken, tokkelend aangeslagen violen, blazers, een zangkoor van zeker 30 stemmen; het begon direct groots. Mijn gedachten vlogen heen en weer, zoekend naar vergelijkingen: van de Carmuna Burana naar modern klassiek en minimal music. Maar dan stappen rappers naar voren en zijn we helemaal in hiphopcultuur. Ik vond het indrukwekkend, een belevenis om de virtuoze, anarchistische mix mee te maken van bijzondere muziek, met Kyteman, Collin Benders, als gedreven dirigent die af en toe partijen meespeelde op zijn trompet. En daarna naar de hartstochtelijk zingende Buika in de kleinere, maar overvolle Congo-tent. ‘We have to make music with the truth of our life, otherwise the music is dead.‘ En ze zong inderdaad met volledige overgave en zo intens dat op een gegeven moment de tranen haar over wangen rolden en het publiek dolenthausist werd. Van Buika naar nóg een overdonderend optreden, dat van Janelle Monáe. Omdat ik haar had gemist vorig jaar en veel goeds had gehoord, stond ik er op tijd en ik werd niet teleurgesteld. Theatraal, energiek, afwisselend en hilarisch. Nummers spelend van haarzelf en Prince - aan wie je onwillekeurig moet denken bij haar podiumverschijning; een soort vrouwelijk uitgave van... - en Michael Jackson. Nooit eerder heb ik een artiest het publiek zo letterlijk ‘plat‘ zien krijgen. Als een ware meesteres gebood ze iedereen op de kniën te gaan; het publiek gehoorzaamde en kreeg als beloning Monáe zelf, die op het einde van het optreden het publiek in ‘surfte'! Tenslotte naar de Nile-zaal voor het concert van D‘Angelo, dat de klap op de vuurpijl van North Sea Jazz zou worden. Hij liet echter een uur op zich wachten, tot grote teleurstelling de afgeladen zaal. De start was stroef, hij oogde slordig, maar gaandeweg het concert kwam hij er in, en met de unieke D'Angelo-timing zou het rauw, soulvol en swingend worden. Na afloop nog even over het centrale plein en langs de kraampjes om CD's te kopen - want daar was ik ook nog niet aan toe gekomen - en op het einde van de zondagavond tevreden naar huis.




Reageer hieronder

Geen reacties





(optioneel veld)
(optioneel veld)
Deze stomme vraag dient ervoor om spam te voorkomen

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.